Het ontstaan van Koningsdag, voorheen Koninginnedag.
Koningsdag is een nationale feestdag, op die dag worden in het hele land, door onder andere de plaatselijke Oranjeverenigingen, feesten en evenementen georganiseerd.
De Koning bezoekt samen met andere leden van het Koninklijk Huis één centrale plaats in de regio, waar dan verschillende omringende dorpen en steden zich aan de Koning en zijn gezelschap kunnen presenteren.
Het bezoek van de Koning aan het feest wordt altijd live uitgezonden op de televisie.
Koningsdag wordt gevierd op 27 april, de verjaardag van onze Koning, als dat een zondag is, dan wordt het automatisch 28 april gevierd.
Koning Willem-Alexander heeft gekozen voor zijn eigen verjaardag.
Zijn moeder, prinses Beatrix, vierde haar verjaardag altijd op 30 april, de verjaardag van haar moeder , prinses Juliana, als eerbetoon aan haar.
Op 31 augustus 1889, de verjaardag van Prinses Wilhelmina, werd voor het eerst Prinsessedag gevierd, de voorloper van Koninginnedag.
Het initiatief voor de viering werd genomen door de liberalen, die met het feest de nationale eenheid wilden benadrukken en daarmee de eenheid in eigen gelederen wilden verstevigen.
De Prinsessedag kon de plaatselijke oogstfeesten vervangen, die aan het einde van de zomer werden gehouden. Na het overlijden van Koning Willem III in 1890 werd de eerste echte Koninginnedag gevierd.
Omdat Koninginnedag in vroegere jaren ook de laatste dag was van de traditionele schoolvakantie, werd het al gauw een feestdag voor de kinderen.
De viering van de dag kreeg in 1902 een extra impuls nadat Koningin Wilhelmina ernstig ziek was geweest.
Het bericht van haar herstel werd met grote vreugde ontvangen en zorgde ervoor dat de viering van Koninginnedag een echt volksfeest werd.
Overigens woonde de Koningin en haar familie op Koninginnedag geen festiviteiten bij, tenzij er een speciale reden voor was, zoals de vijftigste verjaardag van de Koningin in 1930.
In de tijd dat Koningin Emma, de moeder van Koningin Wilhelmina, in de zomer op paleis Soestdijk woonde, was het gebruikelijk dat de bevolking van Baarn haar op haar verjaardag (2 augustus) een bloemenhulde bracht.
Na haar huwelijk betrok Prinses Juliana paleis Soestdijk en nam zij op haar verjaardag (30 april) deze traditie van haar grootmoeder over.
Met de inhuldiging van Juliana tot Koningin der Nederlanden werd Koninginnedag automatisch verplaatst naar 30 april en groeide het bloemendefilé uit tot een nationale manifestatie.
Vanaf midden jaren ’50 werd het defilé langs het bordes van paleis Soestdijkvia de televisie uitgezonden.
Tijdens de regering van prinses Juliana werd het langzamerhand gebruikelijk, dat iedereen op Koninginnedag een vrije dag kreeg, waardoor 30 april een nationale feestdag werd.
Koningin Beatrix heeft, zoals gezegd, als eerbetoon aan haar moeder in 1980 besloten Koninginnedag op 30 april te handhaven. Wel veranderde zij de viering ervan, door zelf het land in te gaan en de festiviteiten in een of twee plaatsen bij te wonen.